Risico-inventarisatie en -kwantificering
In onderstaande tabel zijn de risico’s gekwantificeerd, waarbij door een inschatting van de kans dat de gebeurtenis zou kunnen optreden het risicoprofiel ontstaat. Overigens kunnen de opgenomen bedragen suggereren dat de risico’s zich in die mate gaan voordoen. Er is echter sprake van inschattingen en de uitkomsten van een kansberekening. De werkelijke uitkomsten wijken hier hoogstwaarschijnlijk in alle gevallen van af.
Omschrijving | Maximale omvang | Kans | Gemiddelde omvang | Risicoprofiel | ||
Gemeenschappelijke regelingen | ||||||
Gemeenschappelijke regeling | 1.500 | 10 | 750 | 75 | ||
Gemeentefonds | ||||||
Uitkeringen Gemeentefonds | 3.300 | 70 | 1.650 | 1.155 | ||
Grondexploitaties | ||||||
Grondexploitatie | 3.196 | Risk-mapping | 3.196 | 3.196 | ||
Open-einde regelingen | ||||||
Wmo | 2.400 | 70 | 1.200 | 840 | ||
Jeugdhulp | 2.000 | 30 | 1.000 | 300 | ||
Specifieke uitkeringen | 3.000 | 30 | 1.500 | 450 | ||
Overige | ||||||
Garantiestellingen | 21.800 | 10 | 10.900 | 1.090 | ||
Bodemsaneringen | 3.000 | 30 | 1.500 | 450 | ||
Dividend | 500 | 30 | 250 | 75 | ||
WW-uitkeringen | 500 | 30 | 250 | 75 | ||
Bouwleges | 1.800 | 70 | 900 | 630 | ||
Btw-sportvrijstelling | 150 | 70 | 75 | 52 | ||
Rente | 820 | 10 | 410 | 41 | ||
Stikstofproblematiek | PM | 0 | ||||
Corona | 1.000 | 10 | 500 | 50 | ||
Continuïteit JHA Schakenbosch | 690 | 70 | 345 | 241 | ||
Gevolgen oorlog Oekraïne | PM | |||||
Totaal | 8.720 | |||||
Bedragen x € 1.000 |
Hieronder worden de risico's toegelicht.
Gemeenschappelijke regelingen
Gemeenschappelijke regeling
Elke deelnemer aan een Gemeenschappelijke Regeling is in principe voor zijn aandeel verantwoordelijk voor mogelijke tekorten binnen de GR. |
---|
Beheersmaatregelen |
De Wet Gemeenschappelijke regelingen schrijft voor dat de meerjarenraming, de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling moeten voldoen aan krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels. De raad wordt jaarlijks in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen over de ontwerpbegrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. |
Toelichting |
Gemeenschappelijke regelingen zijn verbonden partijen waar de gemeente Leidschendam-Voorburg een financieel en bestuurlijk belang in heeft. Verbonden partijen voeren meestal gemeentelijke taken uit en leveren een bijdrage aan het realiseren van maatschappelijke doelen. Een financieel belang houdt in dat de gemeente geld ter beschikking stelt aan de verbonden partij. De gemeente loopt een financieel risico bij tekorten van gemeenschappelijke regelingen. Via het bestuur van de gemeenschappelijke regeling kan de gemeente aandacht vragen voor financiële tekorten en hierop sturen. |
Gemeentefonds
Uitkeringen Gemeentefonds
De gemeente loopt het risico dat de inkomsten uit het Gemeentefonds door externe ontwikkelingen fors tegenvallen. De inkomsten kunnen tegenvallen door: |
---|
Beheersmaatregelen |
De beheersmaatregelen beperken zich tot het voortdurend volgen van de ontwikkelingen van het Gemeentefonds en het actualiseren van de ramingen aan de laatste ontwikkelingen en maatstaven. Daarnaast neemt de gemeente deel aan de overleggen die de VNG organiseert met betrekking tot de wijzigingen in het verdeelmodel. |
Toelichting |
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie is voornemens om met ingang van 1 januari 2023 het nieuwe verdeelmodel in werking te laten treden. Het maximale nadeel dat een gemeente in het eerste jaar kan lopen bedraagt € 15 per inwoner. Er bestaat het risico, dat de gemeente haar lasten niet tijdig kan ombuigen om dit in het eerste jaar op te vangen. In dat geval moet de gemeente dit tekort eenmalig opvangen. Op basis van het aantal inwoners is dit maximale risico in 2023 € 1,1 miljoen. Uit de laatste doorrekeningen blijkt een nadeel variërend van € 12 tot € 24 per inwoner. Het maximale risico is op basis van deze indicaties € 1,8 miljoen. De kanspercentage wordt verhoogd naar 70% omdat het een stuk waarschijnlijker is geworden dat invoering zal plaatsvinden en Leidschendam-Voorburg hierbij een nadeel-gemeente zal zijn. Nederland is tot nu toe goed door de coronacrisis heen gekomen. Echter de kans dat het Rijk de komende jaren zal (moeten) bezuinigen blijft aanwezig. De inflatieontwikkelingen en de opstelling van Rusland kunnen economisch flinke impact hebben. Tot nog toe was er in alle jaren sprake van een onderbesteding van het BTW compensatiefonds. De niet bestede middelen werden dan achteraf verdeeld over de gemeenten via de algemene uitkering. In de begroting is daarom een inschatting gemaakt van de inkomsten die de gemeente ontvangt uit onderbesteding. De afgelopen jaren is er landelijk door de gemeenten een steeds groter beroep gedaan op het btw-compensatiefonds. Het risico bestaat dat er niet langer sprake zal zijn van een onderbesteding en de gemeente de geraamde inkomsten van € 330.000 per jaar (deels) niet zal ontvangen. Dit risico wordt gemiddeld ingeschat. |
Grondexploitaties
Grondexploitatie
Er is een risico dat het huidige verwachte programma (type woningen) niet aansluit op de vraag van de markt, wat leidt tot vertragingen. |
---|
Beheersmaatregelen |
Het risico wordt gemitigeerd door adequaat marktonderzoek, goede gebiedspromotie en aandacht voor de woonomgeving. Daarnaast vindt er heldere communicatie plaats over kwaliteit in relatie tot budgetten. |
Toelichting |
Het risicoprofiel is berekend door middel van de Risk Mapping methode. Het risicoprofiel is bepaald met een waarschijnlijkheid van 80%. Dat wil zeggen dat op basis van de uitgevoerde risicoanalyse, een risicobuffer ter grootte van het berekende risicoprofiel met een waarschijnlijkheid van 80% toereikend is om de financiële risico’s van de grondexploitatie op te vangen. Vertrouwelijke informatie over de risico's worden toegelicht in het MPG. |
Open-einde regelingen
Wmo
De Wmo is een open-einde regeling en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget niet toereikend is. De invoering van een vast tarief voor de eigen bijdragen aan Wmo-voorzieningen per 1 januari 2020 heeft het risico op budgetoverschrijdingen als gevolg van het open-einde karakter van de Wmo verder vergroot, doordat gebruik van Wmo-voorzieningen goedkoper en dus laagdrempeliger is geworden. |
---|
Beheersmaatregelen |
De gemeentelijke consulenten bepalen aan de hand van onderzoeken of voorzieningen noodzakelijk zijn. Bij het toekennen van voorzieningen wordt vooral gekeken naar wat de inwoners nog zelf kunnen. Door dit maatwerk worden de kosten beperkt. De vraag naar zorg uit de Wmo wordt verder voortdurend gemonitord en de budgetten worden periodiek bijgesteld aan de hand van actuele prognoses. |
Toelichting |
De omvang van het risico op overschrijding van het Wmo-budget als gevolg van het open-einde karakter wordt geschat op circa 20% van het Wmo-budget. Dit risico blijft bestaan zolang de Wmo een open-einde regeling is. De afgelopen jaren is er vaak een tekort geweest op de Wmo-budgetten, onder andere vanwege de aanzuigende werking van het vaste tarief voor eigen bijdragen en wachtlijsten in de GGZ-zorg. Ook is nog niet in te schatten welk effect er kan ontstaan op Wmo-aanvragen in de nasleep van de coronacrisis, bijvoorbeeld in de vorm van uitgestelde hulpvragen. Derhalve wordt de kans op het ontstaan van tekorten op de Wmo-budgetten als hoog ingeschat. |
Jeugdhulp
Jaarlijks wordt de begroting van de jeugdzorg uitgaven geactualiseerd aan de laatste trendmatige ontwikkeling. Het risico bestaat dat deze ontwikkeling van de jeugd zorguitgaven te laag is ingeschat. |
---|
Beheersmaatregelen |
Regionaal en lokaal zijn beheersmaatregelen getroffen om de groei van de jeugdzorg uitgaven te reduceren. Daarnaast wordt op lokaal niveau de zorgvraag kritisch beoordeeld en vindt meer sturing op de aanbieders plaats. Diverse beheersmaatregelen, die ook in de landelijke hervormingsagenda zijn opgenomen, zijn deels ook ingezet binnen de gemeente Leidschendam-Voorburg. Voorbeelden hiervan zijn: maximale bestedingsruimte, richtinggevend kader, sturing op de Wet Langdurige Zorg (WLZ), Praktijkondersteuners Huisarts (POH) en aansluiting onderwijs-jeugdhulp. |
Toelichting |
De jeugdhulpuitgaven zijn sinds de decentralisatie in 2015 jaarlijks fors gestegen. De kostenstijging wordt veroorzaakt door een sterke stijging van de gemiddelde zorgkosten per jeugdige en in mindere mate veroorzaakt door een stijging van het aantal jeugdigen in zorg. Het is niet te voorspellen of de groei van de jeugdhulpuitgaven doorzet. Groei van de jeugdhulpuitgaven blijft een risico. Als de zorgvraag hoger is dan geraamd, is de gemeente wettelijk verplicht deze te leveren. Het is nog onduidelijk in welke mate de coronacrisis van invloed is op de instroom van jeugdigen in de jeugdhulp. Met ingang van 2022 wordt het nieuwe woonplaatsbeginsel ingevoerd. In 2022 zal blijken of de daling van de uitgaven gelijk zal zijn aan de daling van het budget dat de gemeente van het rijk voor jeugdzorg ontvangt. De maximale omvang van het risico wordt geschat op 10% van de begrote zorguitgaven: € 2 miljoen. De kans dat dit risico zich in volle omvang voordoet wordt geschat op 30%. |
Specifieke uitkeringen
Bij een specifieke uitkering bestaat het risico dat de definitief toegekende subsidie lager uitpakt dan de voorlopige subsidie en of dat de werkelijke gemaakte kosten de begrote lasten overschrijden vanwege het open einde karakter van de regeling. |
---|
Beheersmaatregelen |
De ontwikkelingen op de diverse regelingen wordt voortdurend gemonitord vanuit beleid en de periodieke budgetbewaking in het kader van de P&C-cyclus. Indien nodig wordt via de tussentijdse rapportages de gemeenteraad verzocht de begroting aan te passen. |
Toelichting |
De gemeente ontvangt voor de uitvoering van een aantal specifieke taken specifieke uitkeringen van de Rijksoverheid of mede overheden. Veel van deze specifieke uitkeringen kennen een min of meer structureel karakter, zoals:
Hoewel de subsidievoorwaarden en verantwoordingsvereisten van bovengenoemde specifieke uitkeringen en subsidies doorgaans over de jaren gelijk zijn gebleven, kan de subsidieverstrekker deze eenzijdig wijzigen. Dit kan financiële gevolgen hebben wanneer het subsidiebedrag of het eigen risicopercentage wordt aangepast (BUIG) of door onvoorziene aanscherping van de verantwoordingseisen bepaalde activiteiten niet langer subsidiabel blijken (OAB, BBZ en RMC). De financiële omvang van het risico is bepaald op circa 10% van de definitieve beschikkingen 2021. De kans dat dit risico optreedt wordt als gemiddeld ingeschat, namelijk 30%. |
Overige
Garantiestellingen
Het financiële risico dat de gemeente loopt als een garantienemer niet aan zijn of haar betalingsverplichtingen kan voldoen en de geldverstrekker een beroep doet op de door de gemeente afgegeven garantie. |
---|
Beheersmaatregelen |
Bij de afgifte van garanties door de gemeente wordt er gekeken naar de kredietwaardigheid van de partijen. Daarnaast wordt jaarlijks bijgehouden of de garantienemer zijn leningen aflost en welk deel van de garantie dan nog open staat. Met het vaststellen van het Treasury statuut in de Raadsvergadering in januari 2020 is besloten tot een verruiming van het gemeentelijk garantiebeleid. Dat heeft geleid tot afgeven van één nieuwe garantie in 2020 aan een sportvereniging. Een actiever garantiebeleid vergt ook een actievere sturing op de risico’s van afgegeven garanties. |
Toelichting |
De hoogte van de verstrekte garanties blijft ook in 2021 onder het plafond zoals dit in het Treasury statuut is bepaald. Tot op heden zijn er geen signalen binnengekomen dat partijen niet aan hun betalingsverplichtingen konden voldoen en is er nooit door geldverstrekkers aanspraak gemaakt op eerder afgegeven garanties. De kans dat het risico zich voordoet wordt om die reden als laag ingeschat, namelijk maximaal 10%. De financiële impact kan wel heel groot zijn. De maximale omvang van alle nog openstaande bankgaranties aan instellingen en particulieren bedraagt ultimo 2021 € 21,8 miljoen. |
Bodemsaneringen
In het kader van de Omgevingswet worden de bodemtaken in 2022 van provincie naar de gemeente overgedragen. De gemeente is dan ook verantwoordelijk voor de bodem wanneer de verontreiniging groter is dan 25 m3. De financiële gevolgen die uit een verontreiniging voortvloeit komt daarmee voor rekening van de gemeente. Aangezien onduidelijk is of het Rijk voor de extra bodemtaken een bijdrage gaat verstrekken ligt hier een risico voor de gemeente. |
---|
Beheersmaatregelen |
Om eventuele risico's te mitigeren worden bodemonderzoeken uitgevoerd bij aankoop van gronden door de gemeente. Eventuele financiële effecten worden meegenomen in de bepaling van de grondprijs. Om risico’s en onzekerheden inzake de ondergrond (bodem) te verkleinen worden de komende jaren diverse kaarten gemaakt om voor iedereen (intern en extern) inzichtelijk te maken wat de kansen inzake de bodem zijn. Niet alleen bodemverontreiniging is van belang maar ook WKO (Warmte Koude Opslag), geothermische omstandigheden, draagkracht van de bodem, bodemdaling/verzakkingen, archeologie, enzovoort. |
Toelichting |
Er bestaat een reëel risico dat als gemeenten de bodemtaken adequaat willen gaan uitvoeren (overeenkomstig de wettelijke regels) er onvoldoende externe middelen beschikbaar zijn. Dit kan tot gevolg hebben dat zonder extra gemeentelijke middelen bepaalde taken niet of met een lagere kwaliteit worden uitgevoerd, of dat er minder controles door de ODH uitgevoerd kunnen worden. In juli 2021 wordt een aanvullend bodemonderzoek naar lood uitgevoerd op 2 volkstuincomplexen. Als blijkt dat het gehalte aan lood boven de norm van het RIVM ligt, zullen sanerende maatregelen noodzakelijk zijn. Het financiële risico betreft met name een volkstuincomplex waar de gemeente eigenaar van is. Ook nieuwe stoffen kunnen de bodem negatief belasten en zijn in de toekomst voor de gemeente kostenverhogend. Het rijk en het RIVM onderzoeken om welke stoffen het gaat en wie de onderzoekskosten moet betalen. De provincie Zuid-Holland heeft geïnventariseerd wat de jaarlijkse kosten zijn voor de nazorg-locatie aan de Nieuwstraat voor de periode 2021 t/m 2031. Aangenomen wordt dat de provincie en of rijk de nazorgkosten voor de komende 10 jaar vergoeden. De gemeentelijke bijdrage wordt hiervoor minimaal geacht. |
Dividend
Jaarlijks ontvangen de aandeelhouders van de BNG bank over de gemaakte winst een dividenduitkering. De resultaten van de BNG bank zijn onderhevig aan exogene factoren. Dit kan er toe leiden dat resultaten en de daarmee samenhangende dividenduitkeringen tegenvallen. |
---|
Beheersmaatregelen |
Gedurende de P&C-cyclus worden de ontwikkelingen op dit risico nauwlettend gemonitord en wordt de begroting indien nodig bijgesteld. |
Toelichting |
De kans bestaat dat in enig jaar het dividend tegenvalt door tegenvallende resultaten van de betreffende onderneming. |
WW-uitkeringen
Overheidswerkgevers zijn eigenrisicodrager voor WW-uitkeringen aan voormalige werknemers. Dit betekent dat de overheidswerkgever geen premies behoeft te betalen voor de WW, echter wel moet zorgen voor de re-integratie van de werkloze ambtenaren en de WW-uitkeringen. De duur van de uitkeringen is maximaal drie jaar. |
---|
Beheersmaatregelen |
De focus ligt op de zorgvuldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door o.a. het aangaan van vaststellingsovereenkomsten met beperking van risico’s rondom WW-aanspraken. Ook is er standaard verplichte begeleiding Van-Werk-Naar-Werk door een gecontracteerd extern bureau om aanspraak op WW te voorkomen of de duur te beperken. |
Toelichting |
Er zijn momenteel geen nieuwe ontwikkelingen op dit risico. |
Bouwleges
De inkomsten van de bouwleges worden jaarlijks geraamd op basis van de bouwaanvragen die dan bekend zijn en worden verwacht. Aanvragen worden in de praktijk regelmatig uitgesteld of gaan soms niet door. Ook worden nieuwe aanvragen ingediend waarmee geen rekening is gehouden. Dit maakt de inkomsten voor de bouwleges onvoorspelbaar, waardoor een fasering bij grote bouwaanvragen een significant effect heeft op de begroting. |
---|
Beheersmaatregelen |
Periodiek wordt een inschatting gemaakt van de te verwachten bouwaanvragen (projecten). In de tussentijdse rapportages worden mutaties naar aanleiding van deze analyses verwerkt. |
Toelichting |
De maximale omvang van het risico is gebaseerd op basis van het begrote bedrag aan inkomsten. |
Btw-sportvrijstelling
Sinds 2019 is het voor gemeenten niet meer mogelijk om de btw op onderhoudskosten en investeringen van niet-commerciële sportaccommodaties af te trekken. Deze btw-schade wordt gecompenseerd doordat het rijk een zogenaamde SPUK-uitkering Sport aan gemeenten verstrekt. Het rijk heeft voor deze SPUK-uitkering een landelijk plafond ingesteld. Het blijkt dat de hoogte van de SPUK-aanvragen van alle gemeenten dit landelijke plafond overstijgt, waardoor het risico bestaat op een lagere SPUK-uitkering dan de totale btw-schade. Het rijk heeft al een bedrag toegevoegd aan het oorspronkelijk beschikbare SPUK-budget, echter is nog onduidelijk hoe het rijk uiteindelijk met de totale overschrijding om zal gaan. Het geschatte risico is bepaald op de nu bekende cijfers en informatie. |
---|
Beheersmaatregelen |
Het gaat hierbij om de invoering van landelijke wetgeving. Eventuele fluctuaties worden gemonitord gedurende periodieke budget overleggen en bijgesteld in de begroting. |
Toelichting |
Conform verwachting heeft het aantal SPUK-aanvragen Sport van alle gemeenten het landelijke plafond overstegen. Als gevolg hiervan heeft de gemeente 77% van het aangevraagde bedrag ontvangen in 2021. Het risico blijft daardoor gehandhaafd in 2022. |
Rente
Het renterisico betreft het risico dat de gemeente loopt bij onvoorzien hoge rentestijgingen bij (nieuw) aan te trekken geldleningen. |
---|
Beheersmaatregelen |
Sinds 2020 is automatische saldoregulatie bij de BNG geactiveerd. Tekorten aan liquiditeiten op de rekening courant worden hierdoor dagelijks aangevuld vanuit de gemeentelijke schatkistrekening. Op de schatkistrekening staan de overtollige liquide middelen uit de verkoop van Eneco gestald. De aflossingen op de bestaande leningen zijn en worden op die wijze geherfinancierd. Hierdoor is er momenteel nauwelijks een renterisico. Bij het aantrekken van toekomstige leningen (vanaf 2023) wordt meer gebruik gemaakt van lineaire leningen. Bij lineaire leningen vinden aflossingen namelijk meer gespreid over de tijd plaatsvinden en neemt ook het renterisico bij herfinanciering af. |
Toelichting |
Door de verbeterde liquiditeitspositie, als gevolg van de verkoop van Eneco, is de verwachting dat er in 2022 een beperkt aantal nieuwe geldleningen worden aangetrokken. Leningen die in 2022 worden afgelost kunnen nog gedeeltelijk met eigen financieringsmiddelen worden geherfinancierd. Hierdoor daalt de portefeuille langlopende geldleningen. Mogelijk neemt de leningenportefeuille vanaf 2023 weer toenemen. Ten tijde van het samenstellen van de begroting 2022 waren de rentetarieven op de kapitaalmarkt laag. Indien de huidige leningenportefeuille van € 82,1 mln. geherfinancierd moet worden tegen een rente die 1% hoger uitvalt dan is het effect € 820.000. De kans dat de marktrente op korte termijn fors stijgt is gelet op de huidige economische vooruitzichten zeer onwaarschijnlijk. Door de coronacrisis lopen de staatsschulden van de EU-landen op. De Europese Centrale Bank zal om bij te dragen aan economisch herstel de rentetarieven laag houden. |
Stikstofproblematiek
Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) vormde de basis om toestemming te verlenen voor bouwplannen en andere ruimtelijke ontwikkelingen die zorgen voor het neerslaan van stikstof in beschermde natuurgebieden. Het PAS bood op voorhand ruimte voor nieuwe ontwikkelingen door vooruit te lopen op de verwachte positieve effecten van toekomstige maatregelen, die de nadelige gevolgen van het neerslaan van stikstof in natuurgebieden zouden moeten verminderen. De Raad van State heeft dit programma echter geblokkeerd. Het PAS als basis voor het verlenen van toestemming voor stikstof veroorzakende activiteiten is daarmee voorlopig weggevallen. |
---|
Beheersmaatregelen |
Gedurende de P&C-cyclus worden de ontwikkelingen op dit risico nauwlettend in de gaten gehouden en wordt de begroting indien nodig bijgesteld. |
Toelichting |
Vooralsnog lijken de ontwikkelingen op het gebied van stikstofdepositie in Leidschendam-Voorburg niet daadwerkelijk tot vertraging van relevante omvang bij bouwprojecten te hebben geleid. Het Rijk heeft eind 2019 de AERIUS-rekentool, die wordt gebruikt voor het doorrekenen van de stikstofdepositie als gevolg van bouw- en overige plannen, aangepast om de gevolgen van de PAS-uitspraken van de Raad van State in de gehanteerde rekenmethodiek te verwerken. Eind 2020 is de rekentool verder aangescherpt. |
Corona
De coronacrisis brengt nadelige maatschappelijke gevolgen met zich mee. Veel maatschappelijke instellingen, kwetsbare inwoners en ondernemers ontvangen ondersteuning vanuit de tijdelijke middelen die de overheid beschikbaar heeft gesteld. Onduidelijk is wat het maatschappelijk effect zal zijn als deze tijdelijke steun wegvalt. Het risico bestaat dat als deze tijdelijke steun wegvalt er een groter beroep op de lokale overheden wordt gedaan. |
---|
Beheersmaatregelen |
De gemeenteraad heeft twee bestemmingsreserves beschikbaar gesteld, één om de maatregelen te dekken die nodig zijn in het bestrijden van de acute coronacrisis en één voor het herstel en de doorontwikkeling van de gemeentelijke dienstverlening en ondersteuning na de coronacrisis. Met het vaststellen van de bestedingsplannen van deze bestemmingsreserves heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de invulling van deze reserves. De bestedingen en ontwikkelingen worden periodiek gerapporteerd aan de gemeenteraad. |
Toelichting |
Om zo goed mogelijk uit de coronacrisis te komen, heeft de gemeenteraad een reserve herstelbeleid beschikbaar gesteld. In 2022 wordt deze reserve ingezet voor de doelgroepen die door de coronacrisis geraakt zijn. Deze inzet moet leiden tot een maatschappelijke situatie die minimaal gelijk is aan die van voor de coronacrisis. Het risico bestaat dat de omvang van de bestemmingsreserve te laag blijkt om dit te realiseren. |
Continuïteit JHA Schakenbosch
De instroom in jeugdzorg plus is fors terug gelopen. De oorzaak van de achterblijvende instroom is onzeker. Mogelijke oorzaken zijn corona, effect van beleid of grote instroom in de justitiële jeugdinrichtingen. Er is hard gewerkt aan alternatieve kleinschalige woonvoorzieningen en ambulant jeugdhulpaanbod. Door achterblijvende instroom komt de exploitatie van de jeugdzorgplus instellingen onder druk te staan waardoor een herijking van het oorspronkelijke plan voor de doorontwikkeling van jeugdhulp plus noodzakelijk is. Dit wordt in regionaal verband opgepakt. |
---|
Beheersmaatregelen |
Afhankelijk van de financiële situatie zal een herstelplan worden uitgewerkt. Met dit herstelplan wordt inzichtelijk wat er nodig is om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen en kunnen hier door zowel Schakenbosch als gemeenten stappen op worden ondernomen. Het Servicebureau H10 voert de regie op het vervolgproces. Het Servicebureau werkt momenteel samen met gemeenten en Schakenbosch aan een probleemanalyse. |
Toelichting |
Er is bij Schakenbosch sprake van een acute liquiditeitsproblematiek als gevolg van een versnelde teruggang (30%) van de instroom van cliënten. Er is door de Jeugdautoriteit (JA) een advies uitgebracht over de financiële positie van deze jeugdzorgplus-aanbieder. De JA beoordeelt de situatie als zeer kritiek en oordeelt dat het draaiboek continuïteit jeugdhulp op deze situatie van toepassing is. Het draaiboek continuïteit jeugdhulp is onderdeel van het van de zomer getekende convenant ‘bevorderen continuïteit jeugdhulp’ en treedt in werking wanneer er zorgen zijn over de continuïteit van zorg. In dit draaiboek worden de rollen van gemeenten, aanbieder en de Jeugdautoriteit uitgewerkt per trede. Gezien de ontwikkelingen 2021 bij Schakenbosch, het feit dat er op dit moment nog altijd sprake is van een ernstige onderbezetting in de jeugdzorgplus en de afbouw van plaatsen die voor 2023 dient te zijn gerealiseerd, heeft de Jeugdautoriteit zorgen over de continuïteit van de dienstverlening door Schakenbosch en adviseert zij de (accounthoudende) gemeenten en Schakenbosch samen over te gaan tot uitvoering van het draaiboek. |
Gevolgen oorlog Oekraïne
Het conflict tussen Rusland en de Oekraïne kan ook gevolgen hebben voor Nederlandse gemeenten waarvan het nog onbekend is of het rijk voldoende compenseert. Dat kan gaan om opvang van vluchtelingen door gemeenten en particulieren, ondersteuning van Oekraïners en Russen die momenteel in Nederland verblijven, extra risico's voor digitale veiligheid en financiële gevolgen van economische sancties. |
---|
Beheersmaatregelen |
Opvang en ondersteuning Digitale veiligheid |
Toelichting |
Opvang en ondersteuning Digitale veiligheid |