De gemeente heeft soms (tijdelijk) overtollige middelen die “uitgezet” moeten worden. Eind 2013 is het zogenaamde schatkistbankieren (zonder leenfaciliteit) gestart. De overtollige middelen worden dan uitgezet bij het Rijk. Decentrale overheden krijgen op de deposito’s van het schatkistbankieren een marktconforme rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. In 2021 zijn de overschotten steeds uitgezet via Schatkistbankieren en weer terugontvangen.
Ultimo 2021 was het saldo dat uitstond bij de schatkist € 29 miljoen. Er wordt gewerkt met automatische saldoregulatie tussen de gemeentelijke rekening-courant en de gemeentelijke rekening bij de schatkist. Het effect hiervan is zichtbaar in onderstaande tabel.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren 2021 | |||||
(1) | Drempelbedrag | 1.723 | 4.595 | ||
---|---|---|---|---|---|
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(2) | Kwartaalcijfer op dag-basis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 60 | 284 | 18 | 10 |
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 1.663 | 1.440 | 4.577 | 4.586 |
(3b) = (2) > 1 | Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | - | - |
Bedragen x € 1.000 |
Het drempelbedrag schatkistbankieren is het normbedrag aan liquiditeitsoverschot dat een gemeente buiten 's Rijks schatkist mag aanhouden.
In juli 2021 is er een aanpassing gekomen in de regelgeving voor de berekening van het drempelbedrag. Daarom wordt er in 2021 met twee verschillende drempelbedragen gerekend.